gaat gepaard met een groep aandoeningen van de hoofdhuid die een gelokaliseerde haaruitval veroorzaken die “littekenalopecia” wordt genoemd. Brengt een aantasting van de haarfollikels van de hoofdhuid teweeg die door middel van een huidbiopsie kan worden opgespoord. Bij een vroege diagnose kan een definitieve littekenalopecia vermeden worden.
Bij het uitblijven van enige ontstekingsactiviteit van de aandoening gedurende ongeveer een jaar kan een (test)haartransplantatie worden overwogen om de leefbaarheid van de getransplanteerde grafts in te schatten.